Oogstrelende objecten

Oogstrelende objecten

Oogstrelende objecten

De esthetische kant van Design

Rotterdam stond het 2e weekend van februari weer vol in het teken van kunst, design en cultuur. Fijn, want in Rotterdam wordt dat nuchter en met oprechte trots gepresenteerd. Een van mijn favoriete onderdelen in het kunstweekend is OBJECT. De afgelopen jaren heb ik de beurs zien uitgroeien tot een hoogwaardig event dat objecten op een podium zet. Dit jaar trok OBJECT een record-aantal van 10.000+ bezoekers. Mijn definitie van design draait om creatieve oplossingen in een concreet product, maar er zit aan design natuurlijk ook een esthetische zijde. En dat is precies wat op OBJECT wordt gevierd. Een aantal dingen vielen op, tijd voor een korte terugblik. 

Vibes uit New York

Pop-art achtige stoelen, neonlichten, metrobanken, in het industriële HAKA-pand komen de ontwerpen van GjaltProducties, Rrudi en Victor de Bie extra goed tot hun recht. Hun ontwerpen ademen de jaren ’80 en doen denken aan Andy Warhol, Jean-Michel Basquiat en New York. Met een moderne doorvertaling, raken ze stuk voor stuk aan een soort nieuwe tijdloosheid. 

De neonlichten van Rrudi moeten bijna wel het meest geïnstagramde object van OBJECT zijn. Geen bezoeker kon zijn objecten zonder glimlach passeren. Geïnspireerd op de Radical Design en Pop Art beweging brengt Rrudi de neonlampen naar het nu in een grappige, betekenisvolle en soms provocatieve manier. In een oplage van 100 speelt Rrudi goed in op het gevoel van schaarste, ironie en FOMO, dat precies aansluit bij de doelgroep die er het meest warm voor loopt: de millennial. (en ja, dat ben ik zelf ook!). Het werk van Rrudi ging dan ook als warme broodjes over de toonbank. Een mooie manier om de hedendaagse tijdsgeest te vangen in licht. Zijn ‘End of Work’-lampen vond ik eigenlijk nog leuker, een doodgewone mop of bezem tegen je muur voor een sfeervol licht. 

Bijzonder is ook het werk van Victor de Bie en Annebet Philips, die beiden spelen met het gevoel van ruimtelijkheid. De Bie start zijn objecten altijd vanuit een plat oppervlakte, schilderijen en tekeningen, die hij vervolgens doorvertaald naar een 3D object zoals zijn Fauteuil Poisson. Het doet denken aan het expressieve van Jean-Michel Basquiat. Ook het werk van Philips zoekt de grenzen van 3D en 2D op, met het platte lijnenspel dat doet denken aan pop-art. 

Het New York gevoel wordt afgemaakt door de aanwezigheid van de New York Metrobank, in productie gebracht door GjaltProducties. De iconische metrobank werd ontworpen door Robbert Iezzi in 1973, en bepaalde ruim 40 jaar het ondergrondse straatbeeld van New York. Nu de banken langzaamaan vervangen worden door metalen zitmeubilair, vond GjaltProducties het tijd om de metrobank nieuw leven in te blazen en te produceren in verschillende materialen. Inmiddels schittert de New York Metrobank al voor het ss Rotterdam, als symbool voor de Holland-Amerika lijn, maar het zou me niet verbazen als the New York Metrobank binnenkort volledig geïntegreerd is in het Nederlandse straatbeeld. 

Knuffelbaar design

Op de Dutch Design Week had hij een hele werkplaats, maar ook op OBJECT ging Diego Faivre los met klei. Faivre nam het traditionele kunstenaarschap en productieproces op de schop en maakte Minute Manufacturing een sluitend systeem, waarin je een kunstwerk koopt op basis van tijd. Met Diego Coins - muntjes ten waarde van €1 - koop je 1 minuut productietijd, waarin hij waste-producten met z’n Diego Dough - luchtdrogend klei - omtovert tot aandoenlijke alledaagse objecten. Hoe meer munten je investeert, hoe meer tijd je koopt en hoe gedetailleerder het project wordt. 

De bijna kinderlijke en wonky sculpturen wil je aaien, aanraken en bijna knuffelen.

Zelf aan de slag kon je tijdens OBJECT bij Jelmer Konjo. Hij daagt de bezoekers op deze manier uit langer naar kunst te kijken en het ook echt te ervaren. Gemiddeld wordt er namelijk maar 9 seconden naar een kunstwerk gekeken. Door een werk aan te raken, te bewegen, of zelfs te verplaatsen word je nog meer een met het werk. En zo ga je je er nog meer mee verbinden. Tof om te zien was dat ook Konjo zelf verrast was van alle nieuwe formaties die werden gemaakt en ze met liefde vastlegde op camera. De bijna kinderlijke en wonky sculpturen wil je aaien, aanraken en bijna knuffelen. En dat raakt precies de goede snaar. 

Geur als object?

Het valt me op dat de laatste tijd veel wordt geëxperimenteerd met geur. Conceptstores en koffietentjes vullen hun ruimtes met huisparfums, geurstokjes en geurkaarsen. Alles om de beleving volledig te maken. Geurdesign wordt daarin dan ook steeds belangrijker. Interessant dat op OBJECT geur ook als object wordt gekarakteriseerd. Ontwerper Merle Bergers onderzocht de taal van planten en ontwikkelde Lingua Planta, een serie parfums die de reacties van planten vangt: Attract, Repel en Defend. Zo komen natuur en mens dichterbij elkaar. 

Een interessante gedachtegang en ontwikkeling, om snel nog eens dieper in te duiken. 

De esthetische kant van design

Het was een oogstrelend feestje. Het industriële karakter van het HAKA-gebouw in combinatie met al die mooie designobjecten vieren de kracht van het object. Een object om naar te kijken, om van te houden. Niet een creatieve oplossing tot een probleem, maar gewoon een mooi esthetisch ding. Om van te genieten als je er naar kijkt en om te koesteren. Net als bij een mooi schilderij. Op naar OBJECT 2020!

Dank aan OBJECT Rotterdam en Coebergh PR.